Het UWV kan bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling in het kader van de Wet WIA een externe deskundige benoemen om vast te stellen of bijvoorbeeld sprake is van duurzaamheid van de beperkingen van een verzekerde.
In deze zaak die bij de Centraal tuchtcollege speelde, was de verzekerde (een politieagent met PTSS) het niet eens met de gang van zaken (en uitkomst) van het onderzoek door een (externe) psychiater. Deze psychiater was door het UWV ingeschakeld om vast te stellen of sprake was van duurzaamheid van de beperkingen van de politieagent. De psychiater die dit moest beoordelen had vastgesteld dat de politieagent zijn klachten zou overdrijven en dat de PTSS niet bevestigd zou kunnen worden.
De politieagent is het niet eens met deze vaststelling door de psychiater en heeft een tuchtklacht ingediend bij het tuchtcollege voor de gezondheidszorg (medisch tuchtcollege). Onderdeel van de klacht van de politieagent is onder andere dat de psychiater hem niet persoonlijk heeft onderzocht, maar enkel op basis van één telefoongesprek tot de conclusie komt dat PTSS niet aan de orde zou zijn.
De psychiater heeft zich in de tuchtprocedure verweerd door te stellen dat hij op basis van de medische informatie en het gesprek met de politieagent wél een zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat daarvoor een fysiek spreekuur niet noodzakelijk was.
Het centraal tuchtcollege deelt dat standpunt van de psychiater niet: de KNMG Richtlijn medisch-specialistische rapportage in bestuurs- en civielrechtelijk verband schrijft immers voor dat in principe (behoudens uitzonderingen) een onderzoek persoonlijk dient plaats te vinden. Zeker gezien het feit dat de conclusie van de psychiater dusdanig afwijkt van de andere artsen die reeds hebben gerapporteerd over de aandoening van de politieagent. Het Centraal tuchtcollege legt de psychiater daarom een berisping op.
Kortom: ook tuchtrechtelijk is het (onder omstandigheden) onzorgvuldig om geen fysiek onderzoek te verrichten (en dus tuchtrechtelijk verwijtbaar).
Deze lijn is ook terug te zien in de diverse uitspraken van de Centrale Raad van Beroep ten aanzien van de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek bij WIA-beoordelingen (lees daarover hier meer). Of het feit dat de psychiater tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, uiteindelijk ook heeft geleid dat het UWV het rapport van de psychiater buiten beschouwing heeft gelaten en tot toekenning van een IVA-uitkering, heb ik helaas niet terug kunnen vinden op rechtspraak.nl. Ik kan mij echter wel voorstellen dat de uitspraak in de tuchtprocedure door het UWV meegenomen is bij de WIA-beoordeling. In dat kader is het goed om te weten dat het UWV ook een wettelijke plicht heeft om zich – bij het inschakelen van een externe deskundige c.q. adviseur – altijd ervan te vergewissen dat het onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (Artikel 3:9 Algemene wet bestuursrecht).
